fbpx
Published On: Wed, Jan 10th, 2024

Een grondwettelijke dilemma

Met de naderende verkiezingen heeft een prominente politieke partij een voorstel naar voren gebracht in haar manifesto dat aandacht behoeft. Het voorstel pleit voor voorkeursbehandeling bij baantoewijzingen, met name voor personen die in St. Maarten zijn geboren, voor verschillende functies, waaronder rechters en aanklagers. Hoewel dit gebaar bij velen sympathie kan opwekken, staat het inherent haaks op onze Grondwet.

Onze Grondwet staat centraal als fundament waarop onze wetten en maatschappelijke normen zijn gebouwd. Het schrijft expliciet gelijke behandeling voor alle individuen binnen St. Maarten voor, ongeacht hun afkomst of geboorteplaats. Discriminatie op basis van geboorte of afstamming is uitdrukkelijk verboden volgens artikel 16, waarin het fundamentele principe van gelijke kansen voor allen wordt benadrukt.

Evenzo stelt artikel 17 de gelijke geschiktheid van alle Nederlandse burgers voor openbare dienstposities vast. Daarom staat het pleiten voor voorkeuren uitsluitend op basis van geboorte haaks op deze grondwettelijke bepalingen.

Er is een collectief begrip dat lokale bewoners eerlijke kansen moeten krijgen op fatsoenlijke werkgelegenheid. Maar het bereiken van dit doel binnen de grenzen van onze grondwettelijke bepalingen is van cruciaal belang. Meritocratie blijft een hoeksteen van goed bestuur, waarbij de meest gekwalificeerde kandidaat, ongeacht afkomst, in aanmerking moet komen voor een positie. Het bepleiten van ongekwalificeerde individuen puur vanwege hun geboorteplaats staat haaks op de essentie van op meritocratie gebaseerde selectie en ondermijnt de efficiëntie van onze instellingen.

Bovendien roept de vaagheid rond de definitie van “geboren St. Maartenaren” aanzienlijke zorgen op. Het ontbreken van een duidelijke definitie bemoeilijkt verder de uitvoering van dergelijke voorkeuren en onderstreept hun onpraktischheid binnen ons huidige juridische kader.

Hoewel de intentie achter het voorstel goedbedoeld kan zijn, is het cruciaal om zijn conflict met onze grondwettelijke principes te erkennen. Terwijl we vooruitgaan, is het van cruciaal belang om oplossingen te verkennen die lokale bewoners in staat stellen door middel van onderwijs en vaardigheidsontwikkeling, waarbij ze concurrerend zijn op de arbeidsmarkt zonder afbreuk te doen aan op meritocratie gebaseerde selectie.

Het voorstel, hoewel begrijpelijk in zijn intentie, vormt een uitdaging om in lijn te zijn met onze grondwettelijke verplichtingen. Sympathie voor lokale werkgelegenheid moet in balans zijn met de toewijding om onze grondwettelijke principes te handhaven die gelijkheid en rechtvaardigheid voor allen waarborgen.

Naarmate het land dichter bij de verkiezingen komt, moeten kiezers dergelijke voorstellen nauwkeurig onderzoeken en overwegen of ze in lijn zijn met onze grondwettelijke waarden. Het handhaven van de integriteit van onze rechtsstaat, terwijl kansen voor onze burgers worden gestimuleerd, moet voorop staan in onze aspiraties voor een welvarende toekomst.

Terrance Rey