Knops: “St. Maarten heeft te weinig vooruitgang geboekt”
DEN HAAG — Staatssecretaris Rayond Knops (Koninkrijksrelaties) en Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) delen de zorg over de beroerde omstandigheden in St. Maartens gevangeniswezen en vinden dat verbeteringen niet verder kunnen worden uitgesteld. Knops stelt dit in antwoorden op schriftelijke vragen van leden van het Nederlandse parlement.
“De problemen zijn hardnekkig en St. Maarten heeft te weinig vooruitgang geboekt,” schrijft Knops. De Groen Linksfractie vroeg hoe Knops denkt dat hij de problemen kan voorkomen die worden veroorzaakt door “gebrekkige uitvoering van het plan van aanpak en het gebrek aan doortastend leiderschap op het ministerie van justitie in St. Maarten.”
Knops antwoordt dat het steunpakket van €30 miljoen voor het gevangenissysteem besteed zal worden onder regie en toezicht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met het Nederlandse Ministerie van Justitie en Veiligheid en in overleg met St. Maartens Ministerie van Justitie.
Van het steunpakket is €20 miljoen gereserveerd voor de bouw van een nieuwe gevangenis. De resterende €10 miljoen gaat naar “andere onderdelen van het plan van aanpak voor de komende vijf jaar.”
Het versterken van het Ministerie van Justitie is de verantwoordelijkheid van St. Maarten, schrijft Knops. “Nederland biedt ondersteuning.”
Die ondersteuning bestaat uit een bijdrage aan de benoeming van een programmamanager (al veel langer een aanbeveling van de Voortgangscommissie), en twee landspakketmaatregelen die onderdeel zijn van de afspraak die moet leiden tot de oprichting van het Caribische Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). Nederland en St. Maarten worden de gezamenlijke opdrachtgever voor een onderzoeksopdracht aan UNOPS ten behoeve van de bouw van een nieuwe gevangenis. Een andere voorwaarde is dat St. Maarten de afspraken van 19 oktober 2018 uitvoert. Deze afspraken hebben betrekking op reparaties van schade aan de gevangenis die werd veroorzaakt door de orkanen Irma en Maria in 2017.
Knops schrijft dat Minister van Justitie Anna Richardson Nederland op 9 oktober 2020 om “hulp, bijstand en samenwerking” heeft gevraagd. Deze bijstand wordt betaald uit het Trust Fonds. Het pakket omvat steun bij de benoeming van een programmamanager, trainingsmogelijkheden voor gevangenispersoneel, levering van een personeelsadviseur en een bijdrage aan bouwkundige verbeteringen, zoals vernieuwing van het bliksembeveiligingssysteem en herstel van de brandmeldinstallatie. Nederland gaat ook een deel betalen van het door UNOPS uit te voeren vooronderzoek naar de bouw van een nieuwe gevangenis. UNOPS is het Bureau voor Project Services van de Verenigde Naties. St. Maarten moet een structurele reservering maken in de begroting voor de resterende kosten.
Knops benadrukt dat verwezenlijking van mensenrechten de verantwoordelijkheid van St. Maarten blijft, maar dat het koninkrijk er verantwoordelijk voor is om deze rechten te waarborgen. De Nederlandse regering er niet van overtuigd dat overnemen van controle over het gevangeniswezen (zoals een motie van Van Dam en Bosman voorstelt) de beste oplossing is. Scheiden van beheer en gezag in het systeem gaat te ver, omdat het te zeer raakt aan de autonomie van St. Maarten. “De bijstand, de landspakketmaatregelen en de financiële steun van €30 miljoen zijn de juiste weg om de langgewenste verbeteringen in de detentieomstandigheden te bereiken,” schrijft Knops.
De staatsecretaris meldt voorts dat de containercellen die St. Maarten in 2019 ontving van Bonaire nog steeds niet in gebruik zijn genomen. Volgens St. Maarten zijn de kosten voor plaatsing en installatie te hoog en bovendien heerst onzekerheid over de geschiktheid van deze cellen, gelet op omgevingsfactoren zoals het orkaanseizoen.